984 23 AUGUSTUS 1979 Ad 3 De gemeente dient inderdaad de betrokken partijen en andere betrokken instanties daartoe de ruimte te verlenen. Ad 4. Uiteraard zullen wij de gestelde regelen en afspra ken betreffende het inrichten van stands ook ten aanzien van de politieke partijen, die daartoe ver gunning vragen, hanteren. Ad 5 Ja. VRAAG (d.d 25-4-1979 gesteld ing. art. 40, 2e lid R.v.O. De heer N. GARRITSEN: Onlangs mochten wij van U een afschrift ontvangen van Uw antwoorden op een tiental vragen van het comité LPG buiten de be bouwde kom. Hieruit blijkt o.a. dat Breda maar liefst 21 LPG tanks "rijk" is. Reeds enige malen is in de praktijk gebleken dat er grote gevaren verbonden zijn aan de opslag en het vervoer van LPG. Naar aanleiding van bovenstaande wil ik U de volgende vragen ex. art. 40 van het regl. van orde stellen 1Is het college met ons van mening dat LPG tanks niet in de bebouwde kom thuis horen ge zien de gevaren verbonden aan opslag en aan voer van LPG? 2. Is het college bereid zich in te spannen om de LPG tanks in de bebouwde kom verplaatst te krijgen en daarbij te onderzoeken of via de regeling verplaatsing hinderlijke bedrijven of andere in ontwikkeling zijnde regelingen hiervoor financiële steun bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 984