ft
988
23 AUGUSTUS 1979
B.V.D.gedateerd 5 maart 1965, heeft ontvan
gen inhoudende dat de politie inlichtingen
dienst de namen van kandidaten en onderteke
naars van de vrije lijsten bij ondernemings
raad-verkiezingen moet noteren?
2. Kan het college eveneens mededelen, indien de
in vraag 1 bedoelde instructie is ontvangen,
wat de precieze inhoud van deze instructie is?
3. Heeft de burgemeester, bij ontvangst van deze
instructie, kenbaar gemaakt aan de minister
van Binnenlandse Zaken, dat hij de instructie
strijdig acht met de "normale" B.V.D.-en in
lichtingendienst taken en daarom medewerking
weigert aan de uitvoering van genoemde instruc
tie? Zo nee, waarom niet?
4. Indien de burgemeester wel heeft meegewerkt
aan het uitvoeren van de instructie, kan hij
dan mededelen op welke wijze dit gebeurd is
en hoeveel personen op grond van deze instruc
tie zijn geregistreerd?
5. Heeft het college de ondernemingsraden in
Breda geïnformeerd over de activiteiten van de
politie inlichtingendienst wanneer vraag 4
bevestigend wordt beantwoord? Zo nee, waarom
niet?
6. Wordt de instructie, bij bevestiging van vraag
4, momenteel nog steeds gehanteerd?
7. Indien de instructie is ingetrokken is het
college dan bereid en in staat dit op grond
van stukken aan te tonen?
8. Bij bevestiging van vraag 7, kan het college
dan meedelen of de verzameling van persoons
gegevens vernietigd is en zo ja, wanneer?