98 15 FEBRUARI 1979 indien iemand, die wordt uitgezet zelf of middels zijn raadsman te kennen geeft alhier nog orde op zaken te willen stellen, daaraan door de politie alle mogelijke medewerking wordt verleend. In dit geval heeft de politie de vreemdeling ge holpen om zijn zaken alhier financiëel af te wik kelen en om zijn eigendommen uit zijn pension te halen. Hij heeft van zijn familie en kennissen kring gedurende die negen dagen regelmatig bezoek ontvangen. ad 8. Gezien het hierboven vermelde ben ik van oordeel, dat de zorgvuldigheid en prudentie, die steeds en zeker in deze gevallen betracht dienen te worden, door de ambtenaren van het Bredase politiekorps in acht zijn genomen. ad 9. De algemene beleidslijn is mijns inziens voldoende verwoord in de hierboven vermelde antwoorden op de vragen 1 tot en met 8. Mevrouw SAELMAN-BOELENWij behandelen de in gekomen stukken als raad naar ik meen in die zin, dat wij als raad vaststellen of de ingekomen stuk ken naar ons oordeel in de juiste rubrieken zijn ondergebracht. In dit geval zijn de stukken onder A genoemd reeds van een antwoord voorzien. Wij ma ken toch bezwaar tegen deze gang van zaken en vra gen u in het bijzonder ten aanzien van het zwart boek Seppe in een volgende vergadering het oordeel van de raad te vragen. De VOORZITTER: Ik kan op dit moment niet an ders doen dat uw vraag signaleren. Deze vraag zoudt u ook bij de rondvraag hebben kunnen stel len, u doet het bij deze gelegenheid waarmee ik verder geen problemen heb, maar wij kunnen hiero ver op dit moment niet beslissen. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Misschien is er een misverstand. Het gaat mij er om dat het door mij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 98