23 AUGUSTUS 1979 995 dergelijke problematiek worden geconfronteerd. Wij mogen constateren dat niet alleen in kwantitatieve zin, maar ook in kwalitatieve zin arbeidsplaatsen verloren gaan. Drie gerenommeerde bedrijven die ja renlang een belangrijk stuk werkgelegenheid voor Breda hebben verzorgd en die continuïteit hebben geboden, laten wat de werkgelegenheid betreft in onze samenleving grote gaten achter. Het college van burgemeester en wethouders heeft contacten met bedrijven en heeft gisteren overleg met gedeputeerde staten gepleegd. Beschikt het college over signalen waaruit blijkt dat zich wellicht nog andere soortgelijke ontwikkelingen zullen voordoen? Heeft het college voorts in het overleg met gedeputeerde staten nog mogelijkheden aangedragen gekregen om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen? Zullen zich in de toe komst mogelijkheden voordoen om leemtes als de on derhavige op te vullen? Het lijkt mij overigens goed de mededelingen en voorstellen die bij het overleg met gedeputeerde staten aan de orde zijn geweest, ook nog eens in de commissie voor econo mische zaken te behandelen. Op die manier kan beter worden voldaan aan de ook door andere sprekers ge signaleerde informatiebehoefte die wij in het kader van de aanwijzing tot groeistad hebben. De versla genheid over de te late informatie die het college van burgemeester en wethouders heeft bereikt, blijkt mijns inziens volstrekt duidelijk uit de perspublikatie van hedenochtend. Wij ondersteunen het college in het streven om er alles aan te doen wat in zijn vermogen ligt, dat in samenwerking met de ministeries van economische zaken, sociale zaken en financiën mogelijkheden worden ontwikkeld die recht doen aan de taak die Breda heeft aanvaard. Het is de bedoeling dat Breda groeit, maar dat te vens een parallelle groei op het gebied van de werk gelegenheid wordt gevonden. Dit klinkt gemakkelijk, maar is moeilijk uit te voeren. De fractie van de V.V.D. steunt het college daarbij volkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 995