1009 22 MEI 1980 zonder dat de aangewezen instanties hierover waren geïnformeerd. Voorts is nota bene een ondergronds leidingennet gevonden dat niet op de tekeningen was vermeld. Volgens het bedrijf duurde het alle maal zo lang. Na regelmatige informatie bij de be trokken instanties werd gezegd: het komt wel goed. Toen is men maar zonder vergunning begonnen. In Het Vrije Volk van 21 mei lazen wij: "Ook Brabant is niet schoon". Gedeputeerde staten heb ben de gemeentebesturen, gewesten en waterschappen gevraagd stortplaatsen te melden waar een nader onderzoek wenselijk is. Daarnaast kun je dan ken nis nemen van de aanwezigheid van gif in de bodem in Utrecht: er zit zo1n 30.000 ton giftige tolueen in de grond. Shell dumpt afval in België en zegt dat het alleen maar bedrijfsafval is. Wat is er allemaal van waar? Mevrouw Stutterheim heeft reeds op 25 januari j.l. namens onze fractie vragen gesteld. Ook zijn er vragen gesteld door onze fractie aan het dage lijks bestuur van het stadsgewest. In deze vragen wordt nogmaals aangegeven wat er is gebeurd bij het storten van vaten met benzeen, tolueen en xyleen vanuit Rijnmond. Ook is geconstateerd door bewoners dat enige jaren geleden duizend vaten met onbekende inhoud zijn gestort. De vragen die zijn gesteld, zijn nog steeds niet beantwoord. Men weet dat in maart j.l. de werkgroep een gesprek heeft gehad met de commissie bedrijven uit deze raad. De vertegenwoordigers hebben ons er nogmaals op gewezen dat de bewuste berg stankoverlast veroor zaakt en dat de waterput verontreinigd is. Onze fractie is van mening dat de gehele pro blematiek met alle betrokkenen bespreekbaar moet worden gemaakt. Het college moet in die richting initiatieven nemen. De gemeente Nieuw-Ginneken wenst dat de provinciale milieudienst de vuilstort regelmatig controleert. De klachten zijn volgens het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken terecht. De Grontmij zou maatregelen nemen. In een onderzoek is aangetoond dat wel bedrijfsvuil wordt aangeboden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1009