1015 22 MEI 1980 van de binnenstad, en dat de rest van de afstand die moet worden afgelegd om de winkels en de nog in de binnenstad gevestigde kantoren te bereiken, zo veel mogelijk te voet of per openbaar vervoer moet worden overbrugd. Zoals gezegd zijn wij blij dat het voorstel nu eindelijk ter tafel ligt. Er is erg lang over het voorstel gepraat en er is veel overleg ge pleegd. Helaas is het overleg met de betrokkenen ik noem de bewoners, de middenstanders en de Kamer van Koophandel nogal laat en ad hoe tot stand gekomen. Het lijkt mij dat we een dergelijke inspraak een volgende keer, zoals het een modern bestuur betaamt, gewoon tegelijk in de planning moeten opnemen. Als men zo te werk was gegaan, had het allemaal wat sneller gekund. Overigens ben ik wèl van mening dat het uit stel waartoe we met betrekking tot het voorstel hebben moeten besluiten, tot een aantal verbete ringen heeft geleid. Wij zijn blij met het feit dat het college zich heeft neergelegd bij de wens van zowel de bewoners van de binnenstad als de commissie, tot verlaging van het tarief. Ook zijn we er blij mee dat het college een experiment met het gebruik van parkeerbeugels op touw wil zetten. De raad zal vanavond een aantal besluiten nemen, maar ik denk dat we bij de binnenstadsbewo ners niet de indruk moeten wekken dat nu de vol gende maand de parkeeroverlast zal zijn verdwenen. De uitvoering zal namelijk nog zeer veel problemen met zich meebrengen. Zo verwacht ik moeilijkheden op het gebied van de verstrekking van vergunningen, vooral gezien de beperking voor het aantal zake lijk gerechtigden. Er wordt uitgegaan -- mevrouw Den Ouden heeft de cijfers zojuist al genoemd van ongeveer 300 vergunningen, hetgeen inhoudt dat de meeste neringdoenden in de binnenstad geen ver gunning zullen krijgen. Ik verwacht op dat punt zeer veel bezwaren. Ik verwacht dat er ook problemen zullen ont staan doordat het college blijft vasthouden aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1015