1019
22 MEI 1980
komen door punten die op de dag van de raadsverga
dering door het college alsnog blijken te zijn ge
wijzigd. Een dergelijke gang van zaken maakt de
discussie in de fractie er niet duidelijker op en
leidt ertoe dat achteraf andere invalshoeken moe
ten worden gekozen. Men getroost zich alle moeite
om eventuele amendementen of moties te formuleren,
terwijl achteraf blijkt dat dat helemaal niet zo
nodig was. Al met al is de procedure naar mijn me
ning wat minder acceptabel geweest.
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik zou het tegen
deel willen beweren. Ik ben er blij mee als de
commissie over bepaalde dingen in een wat eerder
stadium wordt geraadpleegd, vóórdat de desbetref
fende besluiten al vastliggen. Bij raadpleging in
een later stadium is het alleen al vanwege het
tijdsverlies bijna onmogelijk nog één besluit te
wijzigen en kan de raad alleen maar "ja" of "nee"
zeggen. Ik vind het prettiger als een commissie
in een vroegtijdiger stadium wordt ingeschakeld
en als er nog iets met de adviezen wordt gedaan.
De heer TEN WOLDE: Ik was nog niet uitgespro
ken en bovendien baseerde ik mijn opmerking op de
late wijziging van het voorstel. Met de heer Van
de Steenoven ben ik het volstrekt eens dat het
plezierig is als de commissie vroegtijdig wordt
ingeschakeld en als er op basis van een "opinie
peiling" in onder meer de commissie een duidelijk
geformuleerd en duidelijk "gedragen" raadsvoorstel
kan worden behandeld. Mijn opmerking had geen be
trekking op de lengte van de procedure, maar op
de late wijziging. Als de heer Van de Steenoven
goed had geluisterd, zou hij dat hebben begrepen.
Afgezien van deze kritische kanttekening,
meen ik dat het uitermate zinvol is dat op zeer
korte termijn daadwerkelijk het gehele parkeerge-
beuren en parkeerbeheer in de binnenstad wordt in
gevuld. Landelijk wordt er een rijkswegenplan op
gesteld, in Brabant is er een provinciaal