1023
22 MEI 1980
termijn te realiseren.
In mijn verdere betoog zal ik mij tot de vol
gende drie punten beperken:
1. het beheer van de parkeergarages
2. de tarieven in het kader van het vergun
ningenstelsel
3. het overleg met de belanghebbenden.
Ad 1. Van dit onderwerp is eigenlijk onmiddel
lijk een politiek item gemaakt. Initiatieven in
de richting van particuliere exploitatie zijn in
dertijd in de basisnota parkeerbeheer neergelegd.
Volgens die nota behoorde de exploitatie en/of
stichting er was duidelijk sprake van een "en/
of"-situatie niet op de eerste plaats tot het
domein van de gemeente. Voor ons is deze kwestie
niet hard principieel. Wèl zijn we van mening dat
er vele andere aspecten in de beschouwing moeten
worden betrokken. Tegen de achtergrond van de hui
dige stagnatie in de gehele woningbouw waardoor
zeker met de slechte economische vooruitzichten
een zware druk op het gemeentelijk investerings
budget wordt gelegd, moet de gemeente niet aller
lei nieuwe elementen op haar schouders laden. We
moeten voorkomen dat we straks tot de conclusie
komen dat we de woonfunctie niet kunnen bevorderen
omdat de gemeente in het parkeergebeuren moet in
vesteren
Er wordt zo gemakkelijk geconstateerd dat er
bij derden geen initiatieven lagen. Uit de gesprek
ken heb ik echter begrepen en hetzelfde is uit
de brief van de Kamer van Koophandel van 15 april
gebleken dat er geen initiatieven hebben gele
gen, omdat het totale beleid dat de gemeente voor
ogen stond, nog niet duidelijk was. Onbekende fac
toren waren: de invalshoek van de tarifering ten
aanzien van het parkeergebeuren in de binnenstad
en voorts de snelheid waarmee de lege plaatsen in
de binnenstad zouden worden opgevuld, factoren die
men moet kennen om te kunnen beoordelen of renda
bele exploitatie in de toekomst mogelijk zal zijn.
Hiermee heb ik naar ik meen de diepere oorzaken