22 MEI 1980
1 no£
X \J X* w
een min of meer vooringenomen stelling. We moeten
optimale combinaties met derden blijven zoeken,
waarbij over het gehele pakket te praten zal moe
ten zijn. In het kader van gemeentelijke subsidië
ringsregelingen zal het best mogelijk zijn de ne
gatieve resultaten eruit te halen. Je kunt verder
bijvoorbeeld in contracten tarieven formuleren.
Dat behoort allemaal tot de mogelijkheden en ik
meen dat elke ondernemer die hierin stapt en die
zichzelf respecteert daar gaat het uiteindelijk
toch om ervoor zal zorgen in overleg met de
gemeente een net en ordentelijk beleid te voeren.
Ad 2de tarieven in het kader van het ver
gunningenstelsel voor de daarvoor aangewezen wij
ken. Ik heb bewust pas als derde het woord ge
vraagd om te kunnen afwachten hoe de discussie
zich zou ontwikkelen. Wat ik gemist heb is een ge-
dachtenwisseling over de vraag, wat je moet toere
kenen aan de particulier die overlast ondervindt
van de recreatieve of zakelijke activiteiten in de
binnenstad waaruit de parkeerbehoefte voortvloeit.
Er zou een fundamentele discussie worden gehouden
over de vraag hoe het bedrag van 180.000,waar
het om gaat, dient te worden verdeeld. Aanvanke
lijk vond ik de nota op dit punt zeer ondoordacht.
Men ging er namelijk van uit dat de bewoners, wan
neer de kosten van gereserveerde parkeerplaatsen
in totaal f 180.000,bedragen, dan ook maar met
2.000 vergunningen dat bedrag van 180.000,
moeten kunnen opbrengen. Op deze manier maakt men
naar mijn mening een denkfout, aangezien mag wor
den gesteld dat op zijn minst de helft van de
overlast wordt veroorzaakt door degene die zijn
auto stalt en maximaal straks zal uit mijn be
toog blijken dat het minder is de helft door
degene die de vergunning krijgt. Dit zou betekenen
dat het tarief van 180,per jaar oftewel
15,per maand, zou terugvallen tot een tarief
van 90,per jaar oftewel 7,50 per maand.
Gezien deze verdeling kunnen we naar ik meen
gezamenlijk constateren dat zeker op de avonden