22 MEI 1980 1030 geldig in alle fietsenstallingen met een uniform tarief. Dit geldt zowel voor de stalling aan de Nieuwstraat als voor de N.S-stalling Overigens zouden wij er bij het college op willen aandringen de tarifering van de parkeerfa- ciliteiten nog eens te bezien aan de hand van het volgende voorstel. Naar onze mening zouden hoge tot zeer hoge tarieven moeten gelden voor het par keren in de binnenstadzodat de auto zo veel moge lijk uit dat gebied wegblijft en in de richting van de parkeerautomaten en de parkeergarages wordt gestuurd, waar dan relatief goedkoper zou moeten kunnen worden gestald. Ik meen dat men in de ge meente Rotterdam doende is een dergelijk beleid te ontwikkelen. Graag zal ik het oordeel van het col lege hierover vernemen. De heer GARRITSENDe nota waarop de voorge stelde besluitvorming betrekking heeft vormt de laatste fase van de ontwikkeling van het parkeer beleid. Het zal bekend zijn dat wij veel kritiek hebben uitgeoefend op de ontwikkeling die op gang is gebracht met de structuurnota, de nota over het parkeren, het verkeerscirculatieplan enzovoorts. Bij de hele gang van zaken is naar mijn mening nau welijks sprake van een gevoerd vervoers- en par keerbeleid. Met het structuurplan als uitgangspunt zijn er enkele besluiten tot stand gekomen waarop men steeds is blijven voortbouwen. Er is nooit een echte betrokkenheid geweest van allerlei bevolkings groepen die wel degelijk met het parkeergebeuren te maken hebben. Al met al ondervindt de gang van zaken bij ons sterke kritiek. De heer Van de Steenoven heeft opgemerkt dat de parkeergarages niet op de goede plaatsen zijn gesitueerd en dat overleg en inspraak te laat zijn gekomen. Mij lijkt het niet verstandig dan vanavond toch een positief besluit over de gang van zaken te nemen, omdat je daarmee in feite iets vastlegt wat je eigenlijk niet zou willen. Er zijn mijns inziens partijen in deze raad die van mening zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1030