1031
22 MEI 1980
dat de gemeente met haar parkeerbeleid een andere
kant op moet: zij zou andere vervoerswijzen moeten
stimuleren en aantrekkelijker moeten maken, onder
meer door investeringen op dat gebied, en er zou
opnieuw eens een beleid moeten worden gevoerd. Tot
een dergelijk beleid heeft de Partij van de Arbeid
in het verleden met de reeds genoemde nota "Drie
in de pan" mede een aanzet gegeven. Ik denk dat
die lijn opnieuw moet worden opgepakt.
Wanneer wij de vanavond voorgestelde beslui
ten nemen, zullen we naar mijn mening niet uit de
problemen zijn. De verkeerssituatie in de binnen
stad zal erg veel problemen blijven opleveren en
de bewoners van de binnenstad zullen niet werke
lijk goed geholpen zijn. Er zijn mensen die sterk
voor de invoering van het vergunningenstelsel
pleiten, omdat ze daardoor van de overlast af den
ken te raken. Ik meen echter dat het vergunningen
stelsel de problematiek niet wezenlijk zal oplos
sen. De heer Van de Steenoven heeft er al op gewe
zen dat de mensen die op het ogenblik in de bin
nenstad wonen, daar voor hun auto geen enkele uit
wijkmogelijkheid meer hebben. Het gaat om vrij
veel mensen die in de binnenstad wonen en die in
de knel komen te zitten. In mijn ogen is het on
verstandig het voorstel van het college te aan
vaarden.
Vervolgens wil ik op enkele concrete punten
ingaan, allereerst op de exploitatie van de par
keergarages. Ik heb nog nooit begrepen hoe met na
me de V.V.D. het particuliere bedrijfsleven in
schat. Ik kan mij geen bedrijf voorstellen dat
niet het oogmerk heeft winst te maken. Zodra een
bedrijf op een bepaalde activiteit verlies gaat
lijden, zal het pogen die activiteit af te stoten:
het voorbeeld van een parkeergarage in Breda is
voorhanden. De heer Van de Steenoven heeft terecht
geschilderd, hoe de parkeergarages waarop verlies
wordt geleden in de handen van de gemeente zullen
worden gedrukt. Ik denk dat we zeker niet moeten
proberen de exploitatie in particuliere handen te
