22 MEI 1980 1032 doen overgaan. Naar mijn mening zou dat erg onver standig zijn; we moeten alle bevoegdheden op het gebied van het parkeerbeheer bij de raad en het college houden. De situering van de parkeergarages een be langrijk onderwerp dat weliswaar nu niet direct aan de orde is, maar waarop ook de heer Ten Wolde heeft gewezen vereist nog de nodige inspraak. Ik zou wel eens van het college willen horen wat men daar in concreto aan gaat doen. Je kunt signa leren dat de inspraak slecht is geweest, maar ik zou er graag wat meer informatie over willen heb ben. Ik ben van mening dat de situering opnieuw ter discussie moet komen te staan. De betrokken wethouder zal daarvoor naar ik aanneem weinig voe len, maar de partijen die het aangaat moeten dan maar eens initiatieven ontplooien om dit punt op nieuw aan de orde te stellen, met als doel het verkeers- en parkeerbeleid voor de binnenstad in betere banen te leiden. Wat de tarieven betreft: naar mijn mening is een verlaging tot 5,nog niet genoeg en moet het parkeren in wezen gratis zijn. De bewoners van de binnenstad mogen niet de dupe worden van de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden, met in stemming van het collegedat de zaak naar mijn mening uit de hand heeft laten lopen. Het aantal bewoners van de binnenstad is drastisch teruggelo pen en op die mensen moet je de kosten van een verkeerd beleid niet afwentelen. Er wordt wel eens gezegd dat men voor een eigen parkeerplaats waar aan voor de gemeente kosten verbonden zijn, wel degelijk zou moeten betalen. Ik wijs er echter op dat de mensen die niet in de binnenstad wonen, voor een belangrijk deel in de directe omgeving van hun woning een eigen parkeerplaats kunnen vin den waarvoor ze niet hoeven te betalen. De binnen stadsbewoners behoeven in dit opzicht niet extra achtergesteld te worden. Ik sluit mij aan bij de opmerkingen die zijn gemaakt over de openstellingstijden van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1032