103
24 JANUARI 1980
onderhandelingen kunnen worden betrokken. Het gaat
daarbij om de financiën, de koppeling aan de
rijksbijdrageregeling en het beleidsplan. De raad
dient zich af te vragen wat het M.A.I.C. is. De
Partij van de Arbeid heeft herhaaldelijk te kennen
gegeven dat zij de advies- en informatiefunctie
belangrijk vindt; wij vinden echter toch ook dat
er in ieder geval over die functie kan worden ge
discussieerd. Als wij in de overzichten van het
M.A.I.C. lezen dat de meeste bezoekers voor vakan
tie-adviezen komen, gaat er bij onze fractie een
lichtje branden, wij vragen ons dan af in welke
verhouding dit staat tot andere werk, bijvoorbeeld
V.V.V.-werk, en zo kun je nog wel meer vragen
stellen. Misschien is dit al te zeer een zwart-wit
voorbeeld en ik wil het ook niet helemaal gaan
"uitplussen"maar in ieder geval vinden wij dat
er over de inhoudelijkheid van het M.A.I.C. nog
nader moet worden gesproken, in het bijzonder ook
met het oog op activiteiten op wijk- en buurtni-
veau.
Het doet de fractie van de Partij van de Ar
beid genoegen dat de fracties die tot nu toe aan
het woord zijn geweest, zich in principe vóór het
voorstel van het college hebben uitgesproken. Toch
heeft het betoog van de heer Koertshuis nog wel
enkele vraagtekens bij mij opgeroepen. Aan het be
gin van de vergadering, toen zijn interpellatie-
verzoek aan de orde was, heeft hij gezegd dat het
collegevoorstel volledig de bedoeling van het in-
terpellatieverzoek dekte en dat het bovendien in
overeenstemming was met de motie die hij had op
gesteld. Nu hij echter op het voorstel zelf in
gaat, plaatst hij daar enkele forse kanttekeningen
bij waarin nu juist de punten aan de orde komen
die in het verleden in de commissie onderwerp van
discussie zijn geweest. Het standpunt van de V.V.D
kwam hierop neer: "Wij stellen ons achter het
M.A.I.C. op. Daar moet je verder niet over praten,
je moeh. er gewoon geld aan geven, punt uit. Doe
niet zo moeilijk.Daartegenover waren wij van