1043 22 MEI 1980 immers eigenlijk uit het budget van de politie. Ik kom toe aan het maken van enige opmerkin gen over de rol van de Kamer van Koophandel, een onderwerp waarover mevrouw Den Ouden nogal heeft uitgeweid. Uit mijn toelichting aangaande het al dan niet inschakelen van het particulier initia tief valt mijn standpunt af te leiden. Wij zijn van mening dat de Kamer van Koophandel het stand punt van de particulier terecht inbrengt, maar dat zij het overaccentueert. Ik geloof dat onze inter pretaties niet overeenkomen, maar ik heb begrip voor de opstelling van de Kamer van Koophandel, die als vertegenwoordigster van de middenstand en de grootwinkelbedrijven partij in het geheel is. Mevrouw Den Ouden heeft om ruimte voor expe rimenten gevraagd. Ik geloof dat we daarover geen onduidelijkheid moeten laten bestaan. Als de raad bereid is het voorstel van het college over te ne men, zal het provinciaal bestuur de heffingsveror dening zeker niet morgen goedkeuren. Ik denk dat we het niet mogen aandurven na binnenkomst van de provinciale goedkeuring voor het gehele in de ver ordening vermelde gebied het parkeervergunningen stelsel in één klap in te voeren. Naar mijn mening moet de invoering fasegewijs verlopen en moeten er ook te dien aanzien prioriteiten worden gesteld. Stap voor stap zullen we moeten nagaan wat de con sequenties zijn, daarbij uitgaand van de ervarin gen en overleg plegend met de bewoners. Indien de raad het parkeervergunningenstelsel wenselijk acht zal de invoering daarvan fasegewijs en in overleg met de bewoners tot stand komen. De vraag van mevrouw Den Ouden over artikel 15 van de verordening is mij niet geheel duidelijk In artikel 15, waarin de tarifering wordt geregeld is ook voorzien in de coïncidentie dat iemand in één van de aangewezen gebieden woont en in een ander aangewezen gebied werkt, alsmede in de co ïncidentie dat iemand in één van de aangewezen ge bieden woont en in het hetzelfde gebied werkt. Ten aanzien van lid 2 en lid 3 geldt als uitgangspunt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1043