22 MEI 1980
1046
gaan experimenteren om het experiment. Wèl is met
het ambtelijk apparaat afgesproken dat er een on
derzoek zal worden ingesteld naar de ervaringen
elders. Daarnaast blijven de bezwaren die de heer
Van de Steenoven kent, nog steeds gelden. Op basis
van de uitkomst van de onderzoekingen enerzijds en
de bestaande bezwaren anderzijds zullen we moeten
afwegen of het gewenst is in Breda een experiment
op touw te zetten. De commissie ruimtelijke orde
ning zal daarin nadrukkelijk moeten worden gekend;
we zullen de commissie rapporteren.
De heer Van de Steenoven heeft gepleit voor
verlenging van de openstellingstijden van de fiet
senstalling. Deze suggestie komt heel sympathiek
over en ik denk dat er inderdaad behoefte aan een
dergelijke verlenging bestaat, maar als er geduren
de langere tijd toezicht moet worden uitgeoefend,
zullen de exploitatiekosten van de fietsenstalling
stijgen. Ik ben bereid de suggestie van de heer
Van de Steenoven in de loop van de exploitatie te
bekijken, waarbij ik echter aanteken dat verlenging
van de openstellingstijden onvermijdelijk tot an
dere tarieven zal leiden.
Terecht heeft de heer Van de Steenoven voorts
gewezen op de effecten in randgebieden. We moeten
niet doen alsof er om de nu aan te wijzen gebieden
een soort imaginaire blokkade heen ligt. Het is
nodig de "overflow" naar aanpalende wijken en de
randeffecten terdege in het oog te blijven houden.
Ik kom toe aan het betoog van de heer Ten
Wolde, voor zover ik daarop al niet heb gereageerd.
Ik kwam eerlijk gezegd in ontstellend grote moei
lijkheden toen hij met betrekking tot het parkeer
systeem over actieve microben en dergelijke dingen
begon te spreken. Smachtend heb ik naar mijn col
lega ter rechterzijde gekeken, die naar mijn beste
weten enige ervaring met het verschijnsel als zo
danig heeft, maar zelfs hij kon mij op dit ogenblik
niet helpen. Nog moeilijker kreeg ik het toen de
heer Ten Wolde het over Boyle-Gay Lussac ging heb
ben, en toen hij iets over dekseltjes op pannetjes