24 JANUARI 1980 104 mening dat de kwestie in ieder geval zou moeten worden bekeken tegen de achtergrond van de toekom stige rijksbijdrageregeling, de planprocedure, het gewenste beleid en de in de meerjarenbegroting te stellen prioriteiten. Met die afweging in de ach terhoofd kun je niet zo gemakkelijk zeggen: "We gaan even gauw interpelleren om de zaak door te drukken." Er is in ieder geval meer tijd nodig, ook al zijn we het er steeds over eens geweest dat er snel een oplossing zou moeten komen. De V.V.D.-fractie blijkt nu met het voorstel akkoord te willen gaan, maar maakt daarbij voorbe houd ten aanzien van de structurele garantie, het beleidsplan, de visie op het particulier initia tief en de verhouding tussen particulier initia tief en gemeente. Hoewel ik daarop niet te diep wil ingaan -- er zal nog wel een reactie van de kant van het college komen wil ik namens onze fractie nog eens het volgende zeggen. Wij vinden het een goede zaak dat vanavond een regeling kan worden getroffen waardoor heropening van het M.A.I.C. mogelijk wordt, maar tevens vinden we het een erg goede zaak dat met dit voorstel en ik denk dat dat de winst is de voorwaarden die van de kant van het college zijn gesteld, boven tafel blijven, zodat het M.A.I.C-werk uiteindelijk op een zinvolle manier zal kunnen worden ingepast in latere ontwikkelingen op welzijnsgebied Naar mijn mening komt de raad als gevolg van de rijksbijdrageregelingen in een andere positie te verkeren. De raad kan niet meer zo maar achter het particulier initiatief gaan staan. De V.V.D. om over D'66 helemaal maar niet te praten.' treedt landelijk ten aanzien van die ontwikkelin gen op het ogenblik op een heel andere manier op. Ik kan mij een krante-artikel herinneren waarin te lezen is dat V.V.D. en Partij van de Arbeid wat de visie op het particulier initiatief betreft heel dicht tegen elkaar aan kruipen. Daarvan vind ik echter bij de Bredase V.V.D. nog weinig terug. Ik verwacht en daarom is de kwestie van het M.A.I.C

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 104