22 MEI 1980 lübO doet het niet toe hoeveel garages zij zelf laat bouwen. Overigens worden de investeringen, nodig voor het realiseren van woningen, in negen van de tien gevallen niet door de gemeente betaald. De financiering geschiedt door het rijk of door par ticulieren en de gemeente komt er niet zo erg aan te pas. Al met al: de angst van de heer Ten Wolde ter zake van het investeringsniveau deel ik in het geheel niet. Ik ben blij dat de wethouder heeft toegezegd dat er van gemeentelijke exploitatie van parkeergarages wordt uitgegaan en dat er voor af wijkende gevallen een speciaal raadsbesluit zal moeten worden genomen. Vervolgens nog iets over het tarief. Ik ben blij met het tarief van 5,--, dat trouwens niet meer in discussie is; de P.v.d.A. heeft in de com missie financiën direct al een suggestie in die richting gedaan. Het lijkt mij echter nodig nog eens de nadruk te leggen op de filosofie. De wet houder heeft in dit verband het woord "arbitrair" gebruikt. Je kunt zeggen dat er een politiek be sluit is genomen, maar dat besluit had een heel reële achtergrond en een heel reële motivering: het vergunningenstelsel moet er namelijk komen om dat zich overlast voordoet voor bewoners die die overlast zelf niet veroorzaken. Met het oog daarop hebben wij van de zijde van de P.v.d.A. van het begin af aan betoogd dat het vergunningenstelsel niet door de binnenstadsbewoners moet worden be taald, maar door de mensen die de overlast veroor zaken. Natuurlijk is de vaststelling van het ta rief arbitrair. Je kunt voor 3,4,5, of 6,-- per maand kiezen, maar er zijn in ieder geval duidelijke argumenten om het tarief laag te houden Tot slot nog een vraag die ik ook in eerste termijn al had gesteld maar die de wethouder over het hoofd heeft gezien. Ik voorzie namelijk dat er problemen zullen rijzen als men bewoners van het voetgangersdomein hun auto laat parkeren in een aangrenzende buurt. Als de bewoners van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1050