22 MEI i960 1054 fietsenstalling. Hiermee komen we mijns inziens terecht in een enorme moeilijke discussie. Vijf uur geleden hebben we tijdens een vergadering van de commissie openbare werken in deze raadzaal een soortgelijke discussie gevoerd. Ik hoop dat we nu niet hoeven te spreken over de vraag "wat is goed koop, wat is duur en wat is te duur?". Als de heer Ten Wolde aandringt op een zeer indringende kos tenbewaking bij de stichting van de fietsenstal ling, dan krijgt hij die toezegging zonder meer. Ik moet er echter op wijzen dat het vermelde be drag, gezien de feitelijke situatie in de Nieuw- straat, naar mijn mening alleszins aanvaardbaar is. Naar verwachting zullen we straks bij de aanbeste ding ook bij aanbesteding met een open begro ting -- heel nadrukkelijk in de commissie openbare werken de posten moeten langslopen. De heer Ten Wolde pleit voor parkeergarages in combinatie met andere functies, vooral met het oog op de stedebouwkundige verschijningsvorm. Ik geloof dat een dergelijke combinatie zeer toe te juichen is. In de Mr.dr. Frederikstraat is die weg niet gevolgd, maar bij de geprojecteerde parkeer garage Beyerd/Vlaszak zal dat wèl gebeuren. Het ligt in de bedoeling bij de grote parkeergarage aan de westzijde van de stad in het gebied Leuve naarstraat/Middellaan op soortgelijke wijze te werk te gaan. De combinatie van een parkeergarage met een ijsbaan lijkt mij enigszins hachelijk. Ik heb van mijn collega Welschen begrepen dat wij be hoefte zouden kunnen hebben aan een ijsbaan van 400 m en die lijkt mij wat moeilijk te combineren met de vangrails van een parkeergarage en de hoe veelheid blik, daarin gestald, maar ik neem aan dat de heer Ten Wolde dat niet zo direct bedoelt. De heer Van de Steenoven heeft iets aan het adres van de heer Ten Wolde gezegd waarop ik niet hoef te antwoorden. Ik heb hem gezegd dat er bij de stichting van een parkeergarage altijd een raadsbesluit nodig is. Daarnaast heeft hij betoogd dat aan het politieke besluit met betrekking tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1054