1057 22 MEI 1980 dat basis voor de besluitvorming is, de tekst van beslispunt 2 is gewijzigd ten opzichte van de voorstellen op bladzijde 7 van bijla ge nr. 182. Aan de orde is voortzetting van de behandeling van: 6. bijlage nr. 167. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT DE BELEIDSNOTA 1980-1984 VAN DE OPENBARE BIBLIOTHEEK BREDA. (S) Tevens aan de orde is de motie-Oomen. De heer OOMENIn tweede termijn willen wij graag reageren op hetgeen de wethouder in antwoord op ons betoog heeft gezegd. Wij kunnen begrip op brengen voor zijn beantwoording en in het bijzon der voor het volgende. Terecht heeft de wethouder aangevoerd dat de financiële ruimte beperkt is, iets wat ook wij beseffen. Daarnaast blijken we elkaar ten aanzien van het idee waar het mijn frac tie om gaat, wel te kunnen vinden; we zijn het er over eens dat er in West veel te weinig wordt ge lezen. Onze bedoeling van het indienen van de mo tie was dat wij wilden benadrukken dat naar onze mening het filiaal West voorrang moet krijgen ten opzichte van de andere filialen. Tot deze op vatting waren wij gekomen omdat in het voorstel van de commissie ex artikel 61 duidelijk te lezen is dat na het filiaal Zuidoost het filiaal West aan de beurt zou moeten komen en vervolgens pas de filialen Haagse Beemden en Oost, terwijl in het collegevoorstel de filialen West, Haagse Beemden en Oost worden genoemd als elementen die tegelij kertijd zullen worden betrokken bij de behandeling van de begrotingen en de meerjarenbegrotingen. Hiermee heb ik aangegeven welke bedoeling bij ons voorop heeft gestaan. De wethouder heeft nu gezegd dat onze motie een uitspraak bevat ten gun ste van een preprioriteit die uitgaat boven hetgeen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1057