105
24 JANUARI 1980
toch wel een beetje een precedent dat we dit
soort ontwikkelingen in het kader van de welzijns-
plannen in de toekomst vaker zullen tegenkomen. De
raad is nu gewaarschuwd en weet welke kritische
rol hij in de toekomst heeft te vervullen.
De heer GARRITSEN: Van mijn kant en dat
zal de wethouder niet verbazen kan ik met het
voorstel akkoord gaan, te meer daar het min of
meer overeenkomt met standpunten die ik in de com
missie heb verkondigd. Ik vind de informatie- en
adviesfunctie op zichzelf erg belangrijk, maar om
dat er in Breda ook nog allerlei andere instellin
gen op het terrein van informatie en advies werk
zaam zijn, acht ik het zinnig en noodzakelijk dat
er over het informatie- en advieswerk in het al
gemeen wordt nagedacht en dat de resultaten daar
van in een beleidsplan worden neergelegd.
Ik heb steeds volgehouden dat een sluiting
van het M.A.I.C. op dit ogenblik erg ongewenst is.
Helaas heb ik echter moeten constateren dat die
sluiting, zij dat zij naar nu blijkt een tijdelijk
karakter zal dragen, toch heeft plaatsgevonden. In
dit verband zou ik de wethouder willen vragen
ik heb daar zelf zo mijn ideeën over wat zij
vindt van de opstelling die V.V.D., C.D.A. en
D'66 in de commissie hebben gekozen: men was van
mening dat de gemeente maar over de brug moest
komen. Het I.M.W. was naar mijn mening best bereid
een subsidie beschikbaar te stellen, maar het
kreeg er de lucht van dat de gemeente wellicht be
reid zou zijn het geheel voor haar rekening te ne
men. Als er dan tussen commissieleden van C.D.A.
V.V.D. en D'66 allerlei afspraken worden gemaakt
over een motie met een wezenlijk andere strekking
dan het vanavond ter tafel liggende voorstel, komt
het I.M.W. begrijpelijkerwijs tot de conclusie
dat het die ontwikkelingen beter kan afwachten en
dat het aanbeveling verdient de zaak vrij hard te
spelen. Op zichzelf is dit van het I.M.W. vol
strekt begrijpelijk.