22 MEI 1980
1062
De heer OOMENAan de raad wordt voorgesteld
met waardering kennis te nemen van de inhoud van
de nota en in te stemmen met de grote lijnen van
de nota. Nu zou men kunnen zeggen dat ik een amen
dement op het voorgestelde besluit had moeten in
dienen, maar ik wil expliciet, op grond van de
overwegingen van de motie en de bedoelingen die
eraan ten grondslag liggen, het filiaal West spe
ciaal naar voren halen, daarbij een andere formu
lering gebruikend dan in het collegevoorstel is
gehanteerd. Dat is de bedoeling.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de heer De
Brouwer is uitgesproken. De vorm van de motie is
mijns inziens juist; een amendement moet betrek
king hebben op het concept-besluit.
Wethouder SANDBERG: In de eerste plaats iets
naar aanleiding van een opmerking van de heer Gie-
len, die heeft gezegd dat ik niet van het bestaan
van de werkgroep anderstalige kinderen op de hoog
te zou zijn. Dat heb ik echter niet beweerd en de
heer Gielen had trouwens ook niet gevraagd of ik
de werkgroep kende. Hij vroeg mij hoe de werkgroep
functioneert en toen heb ik gezegd dat ik op die
vraag op dit ogenblik uit de losse hand geen ant
woord kan geven. Dat de werkgroep bestaat, is mij
uiteraard wel bekend.
Over de gewijzigde motie wil ik twee opmerkin
gen maken. In de eerste plaats verwijs ik naar de
samenvatting en de beleidsaanbevelingen van de no
ta. Op bladzijde 34 staat letterlijk: "Het beleid
van de commissie is erop gericht om in Breda naast
de centrale bibliotheek vijf volwaardige filialen
te realiseren. In de jaren 1980-'84 wil zij een
filiaal tot stand brengen in de wijk Zuidoost...".
Dat is achter de rug: inmiddels heeft de raad daar
toe een krediet gevoteerd. Ik vervolg: "....en het
filiaal de Vlieren vervangen door een groter fili
aal ('82-'83)." Dit is de planning van de commis
sie. Daarna zijn er uiteraard nog meer wensen,