22 MEI 1980 1072 De VOORZITTER: Het initiatiefvoorstel heeft betrekking op een olieboycot tegen Zuid-Afrika en het is op de juiste wijze ingediend. Voor de goede orde wil ik vragen wie het voorstel ondersteunt. Wanneer het voorstel voldoende wordt ondersteund, kan het krachtens artikel 12 van het reglement van orde in behandeling worden genomen. De heer DE BROUWER: Ik ondersteun het voor-* stel en u mag ook mevrouw Saelman rekenen tot de genen die het voorstel ondersteunen. De VOORZITTER: Nee, die is er op het ogenblik niet. Zij moet dan wel even terugkomen! Hoe is het verder met de ondersteuning gesteld? De heer OOMENDe P.v.d.A.-fractie ondersteunt het voorstel gezamenlijk. De VOORZITTER: Ik constateer dat het voorstel voldoende is ondersteund, zodat het op grond van artikel 12 in behandeling komt. Heeft de heer Gar- ritsen behoefte een korte toelichting te geven? De heer GARRITSENIk zou inderdaad graag een korte toelichting geven. De VOORZITTER: Daartoe hebt u het recht. Wij hebben dat al vaker gepraktiseerd en u hebt uiter aard hetzelfde recht als andere raadsleden. De heer GARRITSENHet gaat hier om een onder werp dat naar de mening van een aantal fracties in de raad uiterst belangrijk is, hoewel we met een dergelijk onderwerp in de raad van Breda niet da gelijks worden geconfronteerd. Ik heb begrepen dat men bij de V.V.D. en het C.D.A. van mening is dat dit onderwerp als een bovengemeentelijke aangele genheid moet worden gezien, die niet in deze raad aan de orde zou moeten komen. Van mijn kant wil ik zeggen dat wij dat standpunt niet juist vinden. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1072