107 24 JANUARI 1980 vertegenwoordigers van de P.v.d.A. en ik in de commissie hebben ingenomen. Zoals ik al gezegd heb kan ik met de gang van zaken akkoord gaan, maar ik zou van de wethouder nog willen weten hoe zij het geld dat het I.M.W. nog heeft en dat zij eigenlijk voor het M.A.I.C. zou willen besteden, in de on derhandelingen met het I.M.W. boven tafel denkt te krijgen, opdat het door de gemeente kan worden aangewend. Wethouder mevrouw PAULUSSENIk zit voor een moeilijkheid, want aan de ene kant wordt het col lege uitgedaagd om op enkele punten heel uitvoerig in te gaan en aan de andere kant hebben we met el kaar afgesproken de agenda zo goed mogelijk maar ook zo kort mogelijk te behandelen. Ik zal probe ren mij aan die afspraak te houden, hoewel ik voor alle duidelijkheid bij enkele aspecten wat langer zal moeten stilstaan. Overigens zal het, zoals ook al is opgemerkt, tijdens de begrotingsbehandeling mogelijk zijn over fundamentele problemen nader met elkaar van gedachten te wisselen. Het vroegtijdige, zij het later ingetrokken interpellatieverzoek van de V.V.D. heeft, denk ikf een aantal ontwikkelingen geforceerd. In zo'n si tuatie staat het college voor een dilemma. De gang van zaken heeft tot consequentie dat meer tijd no dig is om met de partners te overleggen en dat een uitspraak over het M.A.I.C. nog langer op zich laat wachten. Anderzijds kan direct een beslissing worden genomen en kunnen we, als een daartoe strekkend preadvies door de raad wordt aanvaard het M.A.I.C., los van het I.M.W.open houden. In dit verband heeft de heer Garritsen, terugkijkend, gezegd dat steun in de commissie van sociale za ken voor een oplossing in de zin van het college voorstel, wellicht de sluiting van het M.A.I.C. had kunnen voorkomen. Ik wijs er echter op dat we gezamenlijk in de commissie, in de fracties, in het college en in het overleg met M.A.I.C. en I.M.W. intensief naar een oplossing hebben gezocht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 107