24 JANUARI 1980 108
Vanavond zijn we bezig een oplossing tot stand te
brengen en ik ben blij dat eigenlijk alle sprekers
het voorstel erg positief hebben benaderd.
De oplossing die het college heeft gekozen,
is geen bestuurlijk hoogstandje. De bedoeling van
het college is de gebruikers en de cliënten niet
langer in de kou te laten staan. De gesprekken die
we hebben gevoerd, hadden tot doel een structurele
oplossing op termijn te zoeken, terwijl we in de
tussentijd ter overbrugging een tijdelijke oplos
sing wilden creëren. Uiteindelijk hebben we moeten
constateren dat op dit ogenblik -- ik herhaal: op
dit ogenblik nog geen overeenstemming tussen
het dagelijks bestuur van de stad en het I.M.W.
bestaat over het voortbestaan van de advies- en
informatiefunctie in het M.A.I.C. Vanuit onze ge
zamenlijke verantwoordelijkheid hebben we toen be
sloten de raad voor te stellen de werkzaamheden
van het M.A.I.C. in ieder geval voor twee jaar te
garanderen en daarnaast de besprekingen voort te
zetten, waarbij het dan mogelijk zal zijn over be
paalde dingen in een rustige sfeer en niet onder
druk te praten.
Het beleidsplan heeft voor ons een bijzondere
prioriteit en is bijzonder belangrijk. Op bladzij
de 2 van het voorstel staat dat we in overleg met
het M.A.I.C. en andere betrokkenen vóór juni 1981
een beleidsplan aan de raad hopen aan te bieden.
Als mogelijk is eerder met het plan te komen, zul
len we dat toen, maar wij vinden dat je een behoor
lijke tijd moet nemen om het plan goed uit te wer
ken. In het beleidsplan zal aan de orde komen de
advies- en informatiefunctie in Breda in haar ge
heel, dus het bestaande advies- en informatiewerk
van overheid en particulier initiatief, in relatie
tot een buurt- en wijkbenadering. Aan een dergelijk
beleidsplan hechten wij erg veel waarde en ik wijs
erop dat in het verleden bijvoorbeeld ook ten aan
zien van het jongerenadviescentrum de voorwaarde
van een beleidsplan is gesteld. In dat geval was
de voorwaarde trouwens nog scherperwant er werd