22 MEI 1980 1094 in de mogelijkheden waartoe een land als Nederland een bijdrage zou kunnen leveren? De heer TAKS: Er is bij regering en Staten- Generaal toch ruim voldoende aandacht voor dit on derwerp.' Mevrouw SAELMAN-BOELENAls spontaan uit de raad het initiatief opkomt om hier iets aan te doen, moet je dergelijke nobele gevoelen niet in de kiem smoren, maar ik kan mij ook voorstellen dat de raad zijn bevoegdheden niet te buiten mag gaan. Ik stel derhalve voor dat de raad de rege ring een motie doet toekomen, waarin hij deze ver zoekt zich nog eens in het bijzonder over de mate rie te buigen, omdat onder anderen de gemeente Breda zich op dit punt ernstige zorgen maakt. Mijn suggestie om een motie in die geest te aanvaarden is wellicht een tussenvoorstel waarin C.D.A. en V.V.D. zich zouden kunnen vinden. De VOORZITTER: Daarop komt ook het initiatief voorstel neer. Voor het sluitstuk van de discussie is nu het woord aan de heer Garritsen. Vervolgens zal ik de raad uitnodigen over diens voorstel een beslissing te nemen. De heer GARRITSENVoor de tweede keer moet ik zeggen dat de betrokkenheid van de C.D.A.-frac tie bij deze discussie mij ernstig teleurstelt. De heer Eissens heeft betoogd dat het Mandaka-project iets heel anders is. Het lijkt mij van mijn kant niet te veel gevraagd dat men dié opvatting nader toelicht. Ik krijg van de heer Eissens de indruk dat het Mandakaproject geen politieke zaak zou zijn, maar naar mijn mening is ook steun aan het Mandaka-project een politieke keus. Je komt immers tot de conclusie dat je hulp wil bieden waar nood heerst. De raad van Breda is een platform om een dergelijk onderwerp ter discussie te stellen en het C.D.A. heeft te dien aanzien een duidelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1094