109 24 JANUARI 1980 ook een evaluatie gevraagd. Ook met het oog op de toekomst is het wenselijk over een beleidsplan te beschikken. Met het oog op de toekomstige welzijns- plannen in het kader van de rijksbijdrageregelin gen -- er is van de kant van de raad al op gewezen achten wij het niet verantwoord iets te regelen zonder na te gaan hoe het kan worden ingepast. Er moet een verantwoorde beslissing worden genomen over de te kiezen vorm en werkwijze. Na deze algemene opmerkingen wil ik nog spe cifiek ingaan op hetgeen de diverse sprekers te berde hebben gebracht. De heer Van Dongen, die kort en heel helder gesproken heeft, heeft gezegd dat zijn fractie met het voorstel kan instemmen als ook het M.A.I.C. ermee akkoord kan gaan. Ik heb geprobeerd vanmiddag nog met een bestuursdele- gatie van het M.A.I.C. en het I.M.W. in contact te komen. Ik realiseerde mij dat de termijn erg kort was, maar ik meende dit namens het college te mogen vragen. Vanwege de werkzaamheden van de be trokkenen ben ik er niet in geslaagd het bedoelde contact tot stand te brengen. Wèl heb ik nog even een kort gesprek met de directie van het I.M.W, gehad, waarin ik heb meegedeeld wat wij de raad vanavond zouden voorstellen. Ook heb ik de voor zitter van het M.A.I.C., mevrouw Esser, om zes uur telefonisch gesproken. Zij was erg verheugd over de oplossing en het ligt in de bedoeling dinsdag met het bestuur van het M.A.I.C. rond de tafel te gaan zitten om, indien de raad het voorstel aan vaardt, over de verdere openstelling afspraken te maken. Meer kan ik op dit ogenblik niet over de opvattingen bij het M.A.I.C. zeggen, maar enige medewerkers en bestuursleden zijn op dit ogenblik in de raadszaal aanwezig en misschien mogen we straks in de pauze nog iets van hen vernemen. Tijdens het overleg zou naar de mening van de heer Van Dongen geen structurele oplossing moeten worden gezocht ten aanzien van misschien mag ik het zo zeggen -welke advies- en informatie functie vanuit de overheid dan ook, met name als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 109