1101 22 MEI 1980 met de coördinatie zit. Waalwijk moge dan niet tot onze bestuurlijke regio behoren, maar het ligt toch wel heel vlakbij In de nota is sprake van het gevaar van over lappingen. Naar onze mening gaat de desbetreffende zinsnede eigenlijk nog niet ver genoeg. Onze frac tie heeft er reeds diverse malen in de commissie economische zaken op gewezen dat het naar onze me ning de hoogste tijd voor een regionale bundeling van activiteiten wordt. Een dergelijke bundeling zal moeten leiden tot een slagvaardig optreden waarbij uitvoerende beslissingen kunnen worden ge nomen met regionale consequenties. Dit zal dan wel geen specifieke Bredase verantwoordelijkheid zijn, maar hier ligt naar mijn mening wel heel duidelijk de taak om het initiatief te nemen. Ik denk in dit verband voor de wethouder is dit denkbeeld niet nieuw aan een BODEM met Br.I.M.- allure. Mij moet nog een opmerking van het hart over de wel hoogst merkwaardige rol van de landelijke overheid. Hierover is al veel gezegd en ik zal dat vanavond niet herhalen, maar in ieder geval hebben wij op dit punt onze zorgen. Op de ter tafel liggende nota zelf heb ik eigenlijk weinig commentaar. De nota spreekt heel duidelijke taal en het is verheugend dat het col lege mede dank zij de voortreffelijke inzet van de sociografische dienst nu over een goede onder bouwing van het te voeren beleid beschikt. De heer DREEF: Vanwege de tijd heb ik mijn betoog nogal ingekort, maar met het oog op het belang van het onderwerp meen ik toch nog enkele opmerkingen te moeten maken. Zoals al door vorige sprekers is gezegd, is de nota uitvoerig bespro ken in de commissie economische zaken. Het is een zeer belangrijke nota. Onze fractie heeft de groot ste waardering voor het werk van de sociografische dienst in het kader van het onderhavige onderzoek. De nota geeft een duidelijke analyse van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1101