1103 22 MEI 1980 voor de komende jaren. Dit laatste ziet onze frac tie niet zo zitten. Uit een onderzoek van het Ne derlands Economisch Instituut, ingesteld voor de N.V. Br.I.M.is juist een zeer negatief beeld gekomen, met name van de situatie op het gebied van de woningwetwoningen. Ook in de knelpuntennota van het V.N.O. wordt het een en ander in den lande gesignaleerd Wat het instrumentarium betreft: onze fractie deelt de opvatting van het college dat de conse quenties van het beleid van de rijksoverheid ten aanzien van de groeistad Breda onverteerbaar zijn. Dit beleid zal tot onvoldoende uitbreiding van de werkgelegenheid leiden. Wat doet de heer Van Aar- denne als minister van economische zaken? Hij wei gert een extra premie in het kader van de W.I.R. Het is allemaal ellende: geen rijksdiensten voor Breda de komende jaren, eerst het Noorden en het Zuiden. In de commissie hebben wij wel eens gezegd dat de raad misschien als actiegroep een paar keer naar Den Haag toe zal moeten gaan. Het is één en al teleurstelling. Dan praat ik nog maar niet over het regionaal economisch beleid van deze regering. Reeds jarenlang pleiten wij voor het voeren van een sociaal vestigingsbeleid in Breda. Dit punt is ook in de B.O.C.'s aan de orde geweest. Wij handhaven ons pleidooi en vragen ons af of het sociaal vestigingsbeleid via de stedelijke raad voor de werkgelegenheid nog eens opnieuw kan wor den bekeken. Ook in de indertijd door de F.N.V. Breda opgestelde nota wordt de wenselijkheid ervan onderschreven. Onze fractie wil aan de totstandko ming van een sociaal vestigingsbeleid meewerken, juist om iets aan de knelpunten op de arbeidsmarkt te doen. Met de beleidsvoornemens en de conclusies kan onze fractie instemmen, zij het dat wij nog steeds moeite met de structuur van het BODEM-overleg hebben. Hierop komen we telkens terug, overal waar dat mogelijk is. Ik weet dat er veel intern over leg is; het is zaak dat zo veel mogelijk binnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1103