1119 22 MEI 1980 verdedigen. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat dit programma niet voor het eerst wordt gebruikt, maar dat ook de budgetmethodiek via dit programma wordt afgedraaid. Op een gegeven ogenblik komt er een grens waarbij het ook financieel interessant wordt als het C.B.T. zelfs iets ontwikkelt. Vol gens mijn informatie is die grens nabij en vandaar mijn vraag aan de wethouder. De heer PEETERS: Dat is duidelijk, maar in het begin speelde de kostenfactor mee en is het project bij de gemeente zelf opgezet. De heer De Brouwer heeft verzocht om aanhou ding van het voorstel totdat de algehele problema tiek van het al dan niet automatiseren aan de orde is geweest. Het lijkt mij niet gewenst aan dat verzoek te voldoen, omdat het college naar ik meen binnen niet al te lange termijn op die problema tiek zal terugkomen. Wethouder VAN BANNING: De heer De Brouwer heeft gezegd dat hem ten aanzien van deze materie inzicht en uitzicht ontbreken. Ik sluit mij daar graag bij aan, want bij mij is nog hetzelfde het geval. Ik heb gemerkt dat de materie zeer complex is, als gevolg van de snelle ontwikkelingen op het gebied van de automatisering en alles wat daarmee samenhangt, zoals de kwestie van de financiën, de kwestie van de werkgelegenheid en de kwestie van de gebruikte apparatuur. Het voert mijns inziens veel te ver daarop nu diep in te gaan. Mettertijd hoop ik er in de commissie over te kunnen praten. Ten aanzien van het ter tafel liggende voor stel heeft de heer Peeters zeer terecht opgemerkt dat het hier om een contract gaat waar we met een opzegtermijn van drie maanden weer vanaf kunnen. Oorspronkelijk was een overeenkomst aangegaan waarbij de afdeling financiën het beheer had, maar op basis van de ervaringen is men nu tot de con clusie gekomen dat dient te worden overgegaan op een ander programma, het zogenaamde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1119