19 JUNI 1980 1141 De heer TEN WOLDE: Naar aanleiding van deze toelichting zou ik mij kunnen voorstellen dat de motie wordt ingetrokken. Ik verzoek de indieners dan ook dat te doen. De heer VAN DE STEENOVEN: Dat laatste zie ik niet zo erg zitten. Waarom zou je, als in feite een toezegging wordt gedaan, de motie intrekken? Aan de ene kant stelt de wethouder ons ge rust. Hij heeft gezegd dat er een bedrag van 200.000,in de meerjarenbegroting staat en dat het voor 1981 en volgende jaren wel in orde komt. Aan de andere kant kan hij niet op voorhand toezeggen, gezien de penibele financiële situatie, dat in de begroting voor 1981 een dergelijk bedrag zal worden opgenomen. Dit onderstreept voor mij dat het noodzakelijk is dat de raad nog eens dui delijk uitspreekt hoeveel waarde hij aan het op heffen van knelpunten in het fietsverkeer hecht. Juist nu we zien, getuige onder meer het toenemend gebruik van het openbaar vervoer, dat er, mis schien noodgedwongen, bij de bevolking alom in den lande enig bewustzijn ontstaat van de noodzaak om op iets andere, selectievere wijze van de auto ge bruik te gaan maken, lijkt het mij noodzakelijk dat de raad de motie over fietsvoorzieningen aan neemt en aan het college duidelijk maakt hoe hij daarover denkt. Ik wil dan ook voorlopig de motie niet intrekken en ik geef mijn geachte mederaads leden in overweging de motie aan te nemen. De heer GARRITSENMijnheer de voorzitter. Uw toelichting is niet helemaal duidelijk. De motie geeft het college in overweging een bedrag van 200.000,in de meerjarenbegroting op te ne men. Nu geeft het opnemen van een bedrag in de meerjarenbegroting natuurlijk nooit een bikkelhar de garantiewant in de toekomst kan er een ander college zitten, maar ik vind dat uw interpretatie toch wel erg veel ruimte laat.Ik denk dat in de mo tie min of meer een garantie van het college wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1141