19 JUNI 1980 1143 De heer TEN WOLDE: Ik ben zojuist niet op de inhoud van de motie ingegaan; dat wil ik nu graag in tweede instantie doen. Volstrekt duidelijk is het is meermalen in de commissie ruimtelijke ordening gebleken dat wij er voorstanders van zijn de fiets in het verkeer extra aandacht te ge ven. Ik voeg daaraan toe dat van de zijde van de afdeling verkeer geregeld wordt betoogd dat bepaal de verkeersvoorzieningen voordelige consequenties voor de veiligheid van het fietsverkeer kunnen hebben. Tegen deze achtergrond willen wij de motie beoordelen. Binnen het verkeersbudget dat bij de dienst openbare werken is uitgetrokken moet ten aanzien van te treffen voorzieningen voortdurend een afweging worden gemaakt. Ik kan mij voorstel len dat we in 1981 in een situatie geraken waarin we bijvoorbeeld moeten kiezen tussen extra fiets- voorzieningen waarop we ons door aanvaarding van deze motie vastpinnen en veiligheidsmaatre gelen op de zuidelijke rondweg. Dit zijn dingen die onze fractie op dit ogenblik niet op voorhand separatief wil opstellen. De heer GARRITSENDe zuidelijke rondweg is geen eigendom van de gemeente en de financiën daarvoor komen dus niet uit deze begroting! De heer TEN WOLDE: Een voorbeeld is bij mij nooit absoluut; ik denk aan uitgaven die, voor zichtig gezegd, qua verkeersveiligheid een hogere prioriteit kunnen hebben dan andere. Mevrouw Paulussen gebruikte zojuist, spre kend over motie nr. 15, het argument dat die motie geen directe financiële consequenties voor de ko mende jaren heeft. Een soortgelijk argument zou mijns inziens voor de onderhavige motie moeten gelden. Gezien de agendapunten die hierna in behan deling komen, dient deze onderdeel te vormen van een afweging van prioriteiten die we nog moeten stellen. Het college heeft nog de tijd om een en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1143