1144 19 JUNI 1980 ander te bezien. Als de motie vanavond wordt aan vaard, wordt ten onrechte nu al een claim gelegd. Ik heb alle begrip voor de inhoudelijke aspecten van een eventuele prioriteit, maar wij willen de prioriteiten graag nog afwegen. Het standpunt van het college heeft mij enigs zins verbaasd. Het college plaatst de motie tegen de achtergrond van het tijdstip van de begrotings behandeling, maar op het ogenblik weet het college dat er afwegingen zullen moeten worden gemaakt, terwijl het tweede gedeelte van het dictum van de motie wel degelijk inhoudt dat er een budget wordt vastgelegd. Met name in dit verband zou ik graag een duidelijk standpunt van het college willen ho ren. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik begrijp nu de heer Ten Wolde niet meer zo goed. Verderop op de agenda staat een voorstel in verband met conse quenties van eventuele bezuinigingen. Ik heb be grepen dat daarover in het college uitvoerig is gesproken en dat de V.V.D.-wethouder samen met een aantal collega's het standpunt heeft ingenomen: de claims die in de meerjarenbegroting zijn gehono reerd moeten worden gehandhaafd. In de motie wordt gevraagd het bedrag van 200.000,dat reeds in de meerjarenbegroting is opgenomen, in ieder geval te handhaven. Welnu, ik meen dat dit volledig overeenkomt met het V.V.D.-standpunt dienaangaan de. De heer Ten Wolde vindt het blijkbaar voor de fietsers toch weer niet van belang dat de in de meerjarenbegroting opgenomen claim wordt gehand haafd. Ik vind dat erg jammer. In de commissie ruimtelijke ordening is uitvoerig gesproken over de reactie van de afdeling verkeer op de notitie van de E.N.F.B. In die reactie heeft de afdeling verkeer duidelijk als haar wens te kennen gegeven dat wordt gekomen tot een soort prioriteitenlijst om knelpunten De heer TEN WOLDE: De heer Van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1144