19 JUNI 1980
1157
het C.D.A. kennelijk niet, maar misschien kunnen
de argumenten van C.D.A.-leden in andere steden
wêl overtuigend werken. De argumenten die de heer
Eissens heeft genoemd, gelden in andere steden
ook, maar geven daar toch niet de doorslag.
Als men het in persoonlijke oplossingen zoekt,
schuift men naar mijn mening iets af en stuurt men
de mensen in wezen met een kluitje in het riet.
Men wil een wethouder, die daarvan, te oordelen
naar de reacties, helemaal niet in kennis is ge
steld, belasten met de uitwerking van iets waartoe
ze, ook in politiek opzicht, naar mijn mening niet
bereid zal zijn. Een benadering aan de hand van
persoonlijke oplossingen lijkt mij in dit geval
zeer ongewenst. Het bedrag waar het om gaat is van
dien aard, dat naar mijn mening iedereen die in de
bewuste situatie verkeert, er recht op heeft.
Eerder heb ik al duidelijk gemaakt dat er
volgens mij zeer terecht 4.000,is geëist. Ik
zou- nog eens een keer een beroep op de P.v.d.A.
willen doen, voor een hoger bedrag te kiezen en
duidelijk te maken dat zij achter die eis staat.
Als men dat namelijk niet doet, zullen er terecht
eisen blijven binnenkomen. Ik denk dat je de pro
blematiek ook een klein beetje redelijk moet op
lossen. Anderzijds wijs ik erop dat het landelijk
ombudsteam stadsvernieuwing de actie landelijk aan
het coördineren isMet streeft ernaar met een
bredere actie toch verhogingen tot stand te bren
gen en onrechtvaardigheden in vergelijking met
steden waarvoor het rijk al een premie van
3.500,heeft vastgesteld, op te heffen. Naar
mijn mening moet Breda in die discussie zijn bij
drage leveren, maar niet in de vorm die op het
ogenblik het C.D.A. en de V.V.D. hier ten toon
spreiden.
Mevrouw SAELMAN-BOELENDe meeste argumenten
vóór de motie zijn al van de kant van de P.v.d.A.
en de P.S.P. genoemd. D'66 heeft vanaf het begin
volledig achter de motie gestaan; wij stonden