ft
1162 19 JUNI 1980
zijn opmerkingen over het standpunt van één van de
leden van mijn fractie een beetje flauw. Het be
doelde fractielid heeft in een situatie waarin
over dit soort dingen werd gesproken, aangegeven
hoe zij ertegenaan keek en hoe zij het binnen de
fractie aanvoelde. Als wij dan tenslotte alles bij
elkaar leggen en tot een mening komen, moet men
niet de indruk wekken dat wij ons woord hebben ge
broken of iets dergelijks. De standpuntbepaling
van de fractie doet niets af aan de zelfstandige
mening die een fractielid kan hebben. Uit de mening
van het fractielid-in-kwestie blijkt duidelijk
en dat heeft men ook in mijn betoog gemerkt
dat wij begrip hebben voor de situatie.
De heer GARRITSEN: Spreekt u voor de gehele
fractie of voor een meerderheid?
De heer EISSENS: Ik ging nu op opmerkingen
van de heer Crul in.
De heer GARRITSEN: Maar u sprak over het
stan.dpunt van uw fractie. Ik vraag mij af of dat
standpunt door de gehele fractie wordt gedeeld.
De heer EISSENS: Vindt u het interessant om
dat te weten?
De heer GARRITSEN: Ja.
De heer EISSENSIk spreek inderdaad namens
de gehele fractie. Anders zeggen wij altijd dat er
een meerderheids- en een minderheidsstandpunt is.
Wat het "achterdeurtje" van de wethouder van
sociale zaken betreft: ik heb geprobeerd via de
voordeur binnen te komen. De heer Crul zal onge
twijfeld weten en anders moet hij maar eens met
de betrokken ambtenaren praten dat iedere situ
atie verschillend is. Er zijn mensen die bij lange
na niet met het bedrag uitkomen, er zijn echter
ook mensen die er dankzij hun creativiteit of