1170 19 JUNI 1980 Wethouder PAULUSSEN: Ik ben in genen dele te gen individuele benadering als het gaat om het in- dividualiseringsprincipe dat in de Algemene Bij standswet is neergelegd. Ik ben wel tegen de "oude opvatting van hulpverlening" de fractievoorzit ter van de P.v.d.A. heeft daarover gesproken die erop neerkomt dat er voor crepeergevallen "potjes" bij elkaar moeten worden geschraapt. Daarvoor bestaan "Hulp in bijzondere noden" en "Vincentius"Ik vind dat de overheid daaraan niet moet meewerken. Motie nr. 7 wordt hierna in stemming gebracht en met 23 tegen 13 stemmen verworpen. TEGEN hebben gestemd: de heren Van Banning, Van Asseldonk, Van Duijl, Sandberg en Van den Wijngaard, mevrouw Den Ouden-Jansen, de heren Brooimans, Taks, Goos, Ten Wolde, Veelenturf, Eis- sens, Kammeraat, Van den Broek, Koertshuis, Peeters en Van Dun, mevrouw Van Rooij-van den Heu vel, de heren Neeb, Suurmeijer, Schuring, Römkens en Gielen. VOOR hebben gestemd: mevrouw Elie-van Es, de heer Crul, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Hendriksen, Van de Steenoven, De Brouwer, Welschen en Garritsen, mevrouw Paulussen, mevrouw Saelman- Boelen en de heren Paquay, Oomen en Martens. De VOORZITTER: Ik mag veronderstellen dat hiermee punt 4 van de agenda beter laat dan nooit is afgewerkt. Wij zijn thans toe aan de financiële voor stellen. Vanuit de beraadslagingen in het college heeft ons het bericht bereikt dat enige woordvoer ders c.q. fractievoorzitters prijs stellen op ge lijktijdige behandeling in twee instanties van de agendapunten 56 en 7Gaat de raad met die samen voeging akkoord?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1170