19 JUNI 1980 1183 scheppen van de voorwaarden daarvoor. Deze uitgangspunten wensen wij te toetsen aan de veranderende situatie voor wat betreft de fi nanciële mogelijkheden van dit ogenblik. Tevens willen wij de prioriteitenstelling, vastgelegd bij de behandeling van de begroting 1980 in eerste aanleg onverkort handhaven. Onze motiveringen daarbij zijn de volgende. Ten eerste achten wij gehonoreerde claims een goed uitgangspunt om geza menlijk ingezet beleid voort te zetten. Ten tweede zou het kwalijk zijn op dit ogenblik de herwaarde ring van sectorbeleidsnota's niet in gang te zet ten. Deze procedure zou verhinderen dat in novem ber zowel de begroting voor 1981 als de meerjaren begroting kan worden behandeld. De door de gehono reerde claims veroorzaakte werkgelegenheidsaspec ten worden op deze wijze veilig gesteld. Er is inderdaad sprake van onevenredige be zuinigingen. Wij zouden willen instemmen met de opvatting van het college en de andere fracties in deze raad, inhoudende dat er door de gemeenten onevenredig moet worden bezuinigd. Het schrijven van de V.N.G.gedateerd 29 februari 1980, geeft dit aan en wij onderschrijven het ten volle. Voor zover er echter in publikaties en uitspraken gewag van wordt gemaakt dat de schuld hiervoor uitslui tend bij de C.D.A./V.V.D.-regering zou liggen, me nen wij te moeten opmerken dat elke regering, wel ke dan ook, deze maatregelen had moeten nemen. Het getuigt van moed als men ten aanzien van zulke on populaire ingrepen het voortouw neemt. De heer GARRITSEN: Is het niet zo dat het, ook al zou je vinden dat er moet worden bezuinigd, om onevenredige bezuinigingen gaat? De vraag is of het plaatselijke C.D.A. van mening is dat het C.D.A./V.V.D.-kabinet wat dat betreft een juiste keus heeft gedaan. De heer PEETERS: Ik praat niet over de keus; ik constateer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1183