1184
19 JUNI 1980
De heer GARRITSENIk vraag u hoe u dat be
oordeelt.
De heer PEETERS: Ik constateer alleen maar.
Overigens heb ik de indruk dat zowel de reac
tie van de V.N.G. als de reactie van het college
voor de toekomst geen zichtbaar resultaat heeft
gehad. Kan het college op dit punt nog iets naders
aangeven?
Het programakkoord. Ook het college wenst
zich te conformeren aan het programakkoord en de
daarin gestelde uitgangspunten:
a. er is sprake van het behoud van arbeids
plaatsen;
b. de belastingen en tarieven worden voors
hands niet verhoogd.
Deze uitspraken zijn reëel en niet onver
wacht. Wèl zouden we ons kunnen afvragen of ze wel
echt hout snijden en of we ermee kunnen werken.
Politiek bezig zijn, ook op lokaal gebied, bete
kent zich afvragen: welke methodiek en welke mid
delen kan ik aanwenden om een zo groot mogelijk
resultaat te bereiken? Zeker in tijden van bezui
nigingen en recessie, ook op het gebied van de ge
meente, zullen wij hierop zeer alert moeten zijn.
Als de jaren '80 zijn aangekondigd als ver
wachtingsvolle jaren, is het, mede omdat bezuini
gingen wel eens het centrale thema van het begro
tingsbeleid in de jaren '80 zouden kunnen vormen
ook voor de gemeentelijke overheid goed een
aanvang te maken met een bezinning op methodieken
en programma's. Ik wil hierbij aantekenen dat het
C.D.A. bezinning op bestaand beleid alleen maar
voorstaat zoals het college dit heeft verwoord in
zijn schrijven aan de hoofden van dienst en be
drijven van 4 juni onder F/2/68724. In de commis
sie financiën heeft de P.v.d.A. bij monde van de
heer Crul de suggestie gedaan de sectorbeleidsno-
'ta's te herschrijven of opnieuw te bezien. Deze
suggestie kunnen wij niet ondersteunen. Het niet
tijdig in november kunnen behandelen van de