1186 19 JUNI 1980 bij wil stellen. Ook verleden jaar, toen wij onze nieuwe meerjarenbegroting voor kennisgeving hebben aangenomen, is er geen sprake van bijstelling van de sectorbeleidsnota's geweest. Ik denk dat we aan actualisering moeten gaan werken en ik begrijp niet waarom de heer Peeters dat afwijst. De heer PEETERS: Ik wijs die actualisering niet af; ik wijs haar alleen op dit ogenblik af. De heer Crul heeft er in de commissie financiën voor gepleit alles voor ons uit te schuiven en éérst de herwaardering van de sectorbeleidsnota's ter hand te nemen. Daar heb ik bezwaren tegen. Ik ben het met de heer Van de Steenoven eens dat de sectorbeleidsnota's een essentieel hulpmiddel zijn, gebonden aan meerjarenbegrotingen en sector- gewijze verdeling. Ook ben ik het ermee eens dat er aan herbezinning en actualisering moet worden gedaan, maar ik vraag mij in gemoede af en op dat punt ben ik het niet met de heer Van de Steen oven eens of dat op dit ogenblik zou moeten ge beuren. De heer CRUL: Voordat er misverstand ontstaat over hetgeen ik in de commissie financiën heb ge zegd: ik heb juist gezegd dat we de dingen niet steeds voor ons uit moeten schuiven en dat we wer kelijk beleid moeten voeren. In dat verband heb ik verwezen naar de landelijke overheid, die de din gen steeds voor zich uitschuift en daardoor de si tuatie ernstiger maakt. Mijn woorden zijn kenne lijk niet goed overgekomen. De heer PEETERS: Ik zei zojuist: de bezuini gingen en ombuigingen in de sfeer van "zet de te ring naar de nering" zijn extra elementen die het geheel accentueren. In dit licht moet het mij van het hart dat het college niet eenstemmig de gehele bezuinigingsoperatie ondersteunt. Het valt te be treuren dit wil ik, overigens met respect voor de mening en de politieke verscheidenheid van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1186