1188 19 JUNI 1980 bij te stellen. De afwijking tussen de geraamde en thans nader te ramen percentages heeft een der gelijke omvang, dat naar de mening van het college de budgetten bijstelling behoeven. Volgens het col lege valt er voor 1980 alleen nog maar te rekenen met 90 compensatie uit het gemeentefonds ad 630.000,Het totaal van de gemeentelijke be lastingen en het deel van de eigen inkomsten waar op de 4 %-stijging kan worden toegepast bedraagt 33,7 miljoen, zodat de achteraf te verkrijgen compensatie kan worden berekend op 1.348.000, Voor 1980 ontstaat aldus een tekort van 1.348.000,en het college stelt voor dit te kort op te vangen door voorlopig over de saldi-re- serve te beschikken. Voor alle duidelijkheid: komt de compensatie uit het gemeentefonds achteraf weer ten goede aan de saldi-reserve? Reeds bij dit voorstel signaleert het college dat het niet tot inhaal zal kunnen overgaan, omdat de tarieven pas in 1981 worden vastgesteld. Be slissen wij vandaag ook over de door het college als nodig gesignaleerde extra verhoging van de on- roerend-goedbelasting met 1,7 Is het werkelijk zo dat het college deze extra verhoging alleen wil aanwenden om de totale capaciteit reëel dezelfde te doen blijven? Heeft het college ter zake van de ze opwaartse druk geen andere middelen? Ik denk met name aan verruiming van het overheidstarieven- beleid. Als de landelijke overheid enerzijds de gemeenten zo veel bezuinigingen oplegt, zal zij moeten beseffen dat de gemeenten ook minimaal de ruimte moeten hebben om hun totale inkomstenpakket aan te passen. Hoe denkt het college hierover? Er ligt nog een andere vraagstelling. Het college stelt voor een afweging te doen plaatsvin den van een eventueel tariefverhoging tegen een concreet geduid pakket uitgaven. Denkt het college daarbij aan uitgaven over de gehele sector van de financiën, of heeft het er nu reeds zicht op, uit welke sectoren het uitgaven wenst te etaleren? Kan het college voorts aangeven welke consequenties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1188