19 JUNI 1980 1201 volkshuisvesting, maar je moet daarbij al aangeven welk beleid erachter zit. In de commissie algemene zaken is er al eens op gewezen een soortgelijk geluid heb ik bij de heer Peeters beluisterd dat de fracties op dit ogenblik wensen op tafel kunnen leggen. Dat is in derdaad mogelijk, maar het zal naar mijn mening weinig effect hebben. Ik vind dat het college tot taak heeft zelf zijn huiswerk te maken, dat wil zeggen: een vertaling van zijn eigen program op hoofdpunten in een beleidsnota te geven. Men is daar niet in geslaagd; ik kan al bijna zeggen dat men daar reeds jarenlang niet in is geslaagd. Het feit dat de meerjarenbegroting ernstig vertraagd is en dat de begrotingsbehandelingen steeds maar worden uitgesteld, heeft tot gevolg dat we hier in politiek opzicht volstrekt onduidelijk aan het opereren zijn. Ik vind dat een ernstige situatie, zeker omdat er een college zit waarin twee leden soms op enige hoofdpunten een enigszins ander standpunt innemen, wat echter op deze wijze in het geheel niet uit de verf komt. Het enige effect is dat we met vertragingen worden geconfronteerd en met een onduidelijk beleid dat door de raad niet te beoordelen is. Als de raad een stuk met beleidsvisies van het college heeft, beschikt hij over een gegeven waarmee hij iets kan gaan doen: hij kan dan gaan amenderen en met moties komen. Ik denk dat we pas op die manier zinnig bezig zijn. De P.v.d.A. heeft bij monde van de heer Crul betoogd dat de bezuinigingen meer problemen zullen opleveren dan het verdelen van de groei in het verleden heeft opgeleverd. Naar mijn mening is dit een foute benadering. Als er groei is, lijkt het allemaal wat gemakkelijker, maar wie de maatschap pij wil veranderen, zal ook in een groeieconomie de uitgangspunten ter discussie moeten stellen. De P.v.d.A. spreekt vaak over herverdeling; er komt echter als de P.v.d.A. "meedoet" nauwelijks een verschuiving tot stand. Dit geldt voor de periode

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1201