1204
19 JUNI 1980
enkele uitgangspunten van mijn collega-raadslid
Crul naar voren willen halen. Aan het begin van
zijn betoog heeft hij gezegd dat er landelijk op
sociaal-economisch en financieel gebied veel aan
de hand is. Ik geloof dat dit een zeer juiste con
statering is. De passage over het "rampjaar" sla
ik even over; misschien zal ik daarover straks nog
iets zeggen. De heer Crul heeft ook gezegd dat wij
ervoor moeten waken ons een crisissituatie te la
ten aanpraten, omdat daardoor elk initiatief tot
verbetering zou worden geblokkeerd. Daarnaast heeft
de heer Crul opgemerkt dat we greep op de gang van
zaken moeten houden. Welnu, ik kan zeggen dat ik
als jong wethouder van financiën de stellige in
tentie heb greep op de gang van zaken te houden.
Als ik dat als stellige intentie heb, moet ik als
uitgangspunt aannemen dat ik gesteund word door
heel veel "wijze, mannen" in allerlei commissies
aan wie het college heeft gevraagd ook hun bijdra
ge te leveren, onder meer bij het stellen van pri
oriteiten, door aan te geven waar mogelijkheden
tot bezuiniging liggen.
We bevinden ons inderdaad in een zeer moei
lijke fase waarin het rijk van ons heeft verlangd
over het jaar 1980 met een teruggang in de inkom
sten van rijkswege tot een bedrag van 2 miljoen
rekening te houden. Dit is een aansporing geweest
om de verschillende budgetten een bijdrage te la
ten leveren, teneinde op korte termijn ik her
haal: op korte termijn te kunnen komen tot een
bezuiniging van 2 miljoen, niet van eenmalige
maar van structurele aard, hetgeen wil zeggen dat
we ervoor moesten zorgen dat de bezuiniging ook
voor de toekomst zou gelden. Wat is er in dit ver
band beter dan dat de verantwoordelijkheid in eer
ste instantie wordt gelegd bij de budgethouders en
de commissies die dezen moeten steunen en advise
ren? De operatie die moest worden uitgevoerd, was
uitermate moeilijk, zó moeilijk, dat ik ten stel
ligste ontken dat, zoals hier is opgemerkt de
2 miljoen zo gemakkelijk zou zijn gevonden.