19 JUNI 1980 1205 Misschien zou dat volgens een bepaalde gedachten- gang inderdaad vrij gemakkelijk kunnen gebeuren, omdat we het altijd zo "luxe" hebben gehad. Als we dan de buikriem moeten aanhalen, moet dat tot de mogelijkheden behoren. De operatie was echter niet zo eenvoudig, want er zijn De heer CRUL: Maar de wethouder weet toch ook dat er 800.000,is overgebleven! Wethouder VAN BANNING: Daar kom ik nog op. Ik ben pas begonnen, mijnheer Crul; gaat u maar recht zitten, want ik blijf nog even bezig. Ik hoop ant woord te geven op de door u gestelde vragen en als de beantwoording u dan nog niet bevredigt, is er naar ik heb begrepen een mogelijkheid om in tweede instantie het woord te voeren. De operatie was, zoals gezegd, niet zo een voudig, want er zijn diverse budgetten vanwaaruit men slechts een eenmalig bedrag van 600.000, heeft kunnen aandragen. Zo moeilijk was het dan toch! Er zijn door verscheidene sprekers opmerkin gen gemaakt met betrekking tot de verhoging van de belastingen, een verhoging die ten dele voort vloeit uit richtlijnen die door de raad zijn vast gesteld. Ik noem met name de verhoging van de be lastingen met 1 voor 1979, voortvloeiend uit het feit dat de prognose te laag was, alsmede de ver hoging voor 1980, die tot 3,5 moest gaan. Het gaat hier om een opdracht van de raad: wat men in het voorstel vindt vloeit voort uit de wil van de raad van deze gemeente. Precies hetzelfde is het met de onroerend- goedbelastingHet probleem van de onroerend-goed- belasting is bijzonder moeilijk, want men weet dat ik, toen ik aan de andere kant van deze tafel zat, altijd sterk tegen verhoging van de onroerend- goedbelasting heb gefulmineerd. Wat zie ik? In mijn maiden-speech moet ik aankondigen dat de on- roerend-goedbelasting moet worden verhoogd. Ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1205