1206 19 JUNI 1980 dit vloeit echter gewoon voort uit de beslissing die de raad heeft genomen. Met betrekking tot de 1,7 ligt het anders. Deze portefeuillehouder heeft heel goed zijn oor te luisteren gelegd en terdege kennisgenomen van de adviezen die hem van de kant van de raad hebben bereikt. Men heeft mij gezegd dat een extra verho ging van de onroerend-goedbelasting met 1,7 niet zou worden geaccepteerd. Ik ben met die boodschap netjes naar het college gegaan: ik heb gezegd dat men deze verhoging onjuist achtte, dat men haar zonder meer niet zou kunnen accepteren en dat men tegenover die 1,7 eigenlijk ter afweging iets anders zou willen zien. Welaan, dit vindt men nu in het stuk terug, maar toch komen er van ver scheidene kanten protesten. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet helemaal goed begrijp. In ieder geval is het de intentie van dit college straks natuurlijk met de steun van de raad te komen met een mogelijke verhoging van 1,7 en daarte genover een aangeduid pakket te stellen. Diverse sprekers hebben aangedrongen op het aangeven van de prioriteiten. De leden van de com missie, die naar ik meen ook vanavond aan het woord zijn geweest, hebben kennis kunnen nemen van de brieven van het college waarin aan de beheerders van budgetten en ook aan al degenen die profiteren van de opbrengsten die in de gemeentekas vloeien, is gevraagd zich te bezinnen en activiteiten aan te dragen, zelfs in die mate dat er straks een keuze kan worden gedaan en dat over de portefeuil les heen naar een afweging kan worden gestreefd. Om te beginnen is dus gevraagd "help mee om deze bezuinigingsoperatie te doen slagen" in de richting van de raad mijns inziens een overbodige vraag en ten tweede is gevraagd "brengt u zó veel in, dat het mogelijk is de zaken tegen elkaar af te wegen." Dit zijn enige uitgangspunten waarvan ik denk dat het goed is ze in het achterhoofd te houden. Er is gesproken over de begroting 1981 en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1206