1212 19 JUNI 1980 rij hebben staan, zouden we er tijdens de begro tingsbehandeling gezamenlijk over kunnen praten. Er is door diverse raadsleden gesproken over het tijdstip van de begrotingsbehandeling. Ook de heer Suurmeijer heeft dat met nadruk gedaan, waar bij hij heeft gezegd dat de tijdige behandeling de hoogste prioriteit verdient. Ik wijs erop dat het op de keper beschouwen van de beleidsnota's tot onaanvaardbaar uitstel van de begrotingsbehandeling zou leiden; dat was ook mijn grootste bezwaar te gen een dergelijke procedure. Wij moeten dit jaar de begroting voor 1981 en de meerjarenraming vast stellen. De heer GARRITSEN: U zit nog vrij kort in het college en ik kan mij dan ook voorstellen dat u zegt hierop nog weinig zicht te hebben, maar het college als geheel zit er al ongeveer twee jaar en tegen die achtergrond vind ik het onjuist dat dit nog steeds niet is geregeld. Wethouder VAN BANNING: Ik zit zeer kort aan deze kant van de tafel, maar ik heb een lange staat van dienst aan de andere kant. U zit kort aan die andere kant. Het is zo dat door allerlei oorzaken verleden jaar de begroting niet op tijd is behandeld. Dat is overigens bijzonder slecht gevallen. Ten tweede hebben wij de opdracht het staat in de hoofduitgangspunten van het beleid, maar het staat ook in de Gemeentewet de begro ting tijdig te behandelen. Er is geen enkele reden om dat dit jaar niet te doen. Ik neem aan dat ie dereen zich zal inspannen om de behandeling juist wèl dit jaar te laten plaatsvinden. Dat is nodig om de doodeenvoudige reden dat het een onmogelijke gang van zaken is telkens achteraan te lopen met bijstellingen en halverwege het jaar met een niet- goedgekeurde begroting te zitten. Zulke dingen kunnen we met het oog op de noodzakelijke voort gang van de gemeentelijke activiteiten eigenlijk bijzonder moeilijk verdragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1212