1224
19 JUNI 1980
verlangens en als ik die allemaal veilig moet
stellen, kom ik in geweldig grote problemen te
verkeren. Ik kan mij voorstellen dat er terecht
verlangens worden gekoesterd, verlangens die je
moet respecteren. Aan de andere kant heeft de heer
De Brouwer zelf gesproken over "kappen". Er zal
sprake, moeten zijn van een afwegingsproces. In de
meerjarenraming wordt een beeld gegeven en wat
daarmee gaat gebeuren, zal straks bij de begro
tingsbehandeling moeten blijken.
De heer De Brouwer is voorstander van het
doen vervallen van de gehonoreerde claims. Ik heb
uitgelegd welke overwegingen vier leden van het
college ertoe hebben gebracht het op dat punt niet
met hem eens te zijn en anders te handelen.
Voorts heeft de heer De Brouwer aangekondigd
te zullen aantonen waar de kosten uit de pan rij
zen. Ik zie met gespannen verwachting zijn gege
vens tegemoet. Verder kan ik hierover op dit ogen
blik eigenlijk weinig zeggen. De heer Van de
Steenoven heeft op een gegeven ogenblik gereageerd
en de heer De Brouwer de vraag voorgelegd, wat de
ze nu eigenlijk wil. Ik kan de heer Van de Steen
oven in dit opzicht wel volgen. De heer De Brouwer
wil de tarieven niet verhogen, maar aan de andere
kant wil hij de wensen op meerjarenterrein voors
hands niet allemaal "kappen". Er zal echter toch
iets moeten gebeuren en ik denk dat de heer De
Brouwer zal moeten kiezen tussen belastingverho-
gin en "kappen".
Tot slot kom ik dan toe aan een reactie op
het betoog van de heer Garritsen. Over de beleids
nota's hebben we al gesproken. Ik heb gezegd dat
het beleid voortdurend aan toetsing onderhevig is
en de heer Garritsen heeft zelf ook nog iets over
de stadsvernieuwing gezegd. Met zijn opmerking dat
de raad een politieke kans mist, kan ik niet mee
gaan. Tegen zijn uitlatingen over de artikel 12-
situatie heb ik nogal grote bezwaren. Als wij zelf
willen bepalen wat we wel en niet wenselijk achten,
moeten we zeker niet in de situatie van een