ft 1231 23 JUNI 1980 De heer PEETERS: Wij waren afgelopen donder dag uitvoerig en dat gold zeker ook voor uw colle ge, waarvoor wij u erkentelijk zijn. Erkentelijk zijn wij ook voor de duidelijkheid waarmee wij zijn geïnformeerd. Toch zijn er nog enkele vragen overgebleven. In eerste termijn zijn namelijk vragen gesteld be treffende precieze afspraken, die echter niet zijn beantwoord. Tevens willen wij deze tweede termijn aangrijpen om iets te zeggen over de motie van de Partij van de Arbeid. In de eerste plaats wil ik de vragen herhalen waarop nog geen antwoord is ge komen. Kan uw college toezeggen dat er op korte termijn een integraal beleidsplan, over alle func ties heen, zal worden uitgebracht? Ik zal ook graag horen wanneer wij dat ongeveer kunnen ver wachten. Verder heb ik nog iets opgemerkt met be trekking tot het verleggen en invullen van de ca paciteit voor de jaren 1981 tot en met 1984 en de eventuele methode daarvoor, maar daarop heeft het college geen "ja" en geen "neen" gezegd. Ik wil u dan ook uitnodigen uw standpunt daarover kenbaar te maken. Voorts heb ik er behoefte aan namens het C.D.A. in alle duidelijkheid te stellen dat wij kennis hebben genomen van de onevenredige wijze van bezuiniging. Wij vinden het normaal dat wij ook als lokale overheid aan de bezuinigingen die nen bij te dragen en wij willen dat ook sportief opvatten. Dit veroorzaakt bij ons geen gevoel van machteloosheid en frustratie en het geeft ons ook geen aanleiding om naar buiten toe mistig beleid te voeren. Het C.D.A. heeft in eerste instantie in alle duidelijkheid aangegeven wat het wil. Wij kiezen voor voortzetting van het huidige beleid, dit dan wel op grond van de recessiegegevens op getemporiseerde wijze. Wij zullen voldoende inven tief kunnen zijn om in de begroting-1981 aan te geven wat wij precies willen. Bezinning op bestaand beleid en herijking van systemen en methodieken zullen daarbij waardevolle werktuigen kunnen zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1231