23 JUNI 1980 1232 Indien in de pers wordt gesuggereerd dat dat een mistig beleid zou zijn wil ik dat ten stelligste ontkennen Voor wat de motie betreft wil ik het volgende naar naar voren brengen. De hele motie ademt naar onze mening de geest van een willen vooruitschui ven van de problematiek naar de behandeling van de begrotingen voor 1981 en volgende jaren; zeker blijkt dit uit de punten 5 en 7Omdat er nu geen besluitvorming plaatsvindt ten aanzien van de noodzakelijke lijnen en aanzetten voor de voorbe reiding van de begroting, willen wij ons voorals nog tegen deze motie verklaren. De heer Eissens zal in de richting van de P.v.d.A. nog de vraag stellen of men bereid is de punten 71 tot en met 7.7 concreet aan te zetten tegen de drie financië le stukken welke nu aan de orde zijn. De heer DE BROUWER: De heer Van Banning heeft gezegd dat wanneer wij hetzelfde niveau willen handhaven de tarieven van de diensten en de belas tingtarieven omhoog zullen moeten. Welnu, wij heb ben in eerste termijn duidelijk gezegd de heer Van Banning is daarop niet ingegaan; het is moge lijk dat bij hem een misverstand is gerezen dat naar de mening van onze fractie het niveau best naar beneden kan. Breda moet daadwerkelijk terug kunnen en werkelijk kunnen bezuinigen; onzes in ziens dient er geen groei plaats te vinden zoals b. en w. zich die voorstellen. Dit is bepaald een heel andere mentaliteit dan die het college ten toon spreidt in de bijgevoegde voorstellen. Wij zijn ook tegen het verdelen van de capa citeit zoals dat nu wordt voorgesteld, zonder dat de fracties daarbij hun inbreng hebben gehad. In tegenstelling tot de heer Peeters willen wij de beslissingen nemen bij de behandeling van de be- groting-1981 en zoals ik de vorige keer al heb ge zegd zal dat dan een gedegen behandeling moeten zijn. Wij constateren -- dat is ook door het col lege gesteld, met name door de wethouder dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1232