23 JUNI 1980 1242 budgettaire capaciteit voor 1981. De heer GARRITSENHet lijkt mij dan erg zin nig dat de motie opnieuw wordt geschreven. Wij kunnen dan opnieuw overwegen of we de motie kunnen ondersteunen De heer Eissens heeft opgemerkt dat de motie van de Partij van de Arbeid zo laat aan zijn frac tie is voorgelegd, maar wanneer er in de commissies over belangrijke zaken wordt gesproken dien je daarbij toch aanwezig te zijn en er in elk geval van op de hoogte te zijn. Het kon dus bekend zijn dat een stroming in de Partij van de Arbeid voor nemens was met een motie als deze te komen; dat was volstrekt duidelijk. Wethouder VAN BANNING: De heer Garritsen heeft gesteld dat ik hem waarschijnlijk niet goed heb begrepen en waarheidsgetrouw moet ik erkennen dat ik hem dikwerf inderdaad niet goed begrijp; uiteraard is dat erg jammer. Ik meen evenwel dat ook de heer Garritsen een aantal zaken niet goed heeft begrepen. In de eerste plaats wil ik erop wijzen dat thans voorliggende voorstellen van het college en niet een mistig voorstel van een C.D.A.- wethouderondersteund door een C.DA-raadslid In de tweede plaats De heer GARRITSEN: Ik heb dat ook op geen en kele manier gesuggereerd; ik heb iets heel anders beweerd. De wethouder gaat nu weer erg mistig doen, maar hij moet gewoon duidelijk ingaan op wat ik heb gesteld. Het gaat om de vraag of hij de bezui nigingen wel of niet wil accepteren. Wethouder VAN BANNING: Ik neem aan dat toch ook de heer Garritsen zinnig zal kunnen denken. Het rijk stelt om hem moverende redenen da* wij moeten inperken en dat de inkomsten welke wij van het rijk ontvangen in de vorm van gemeentefonds- uitkeringen en andere uitkeringen lager zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1242