1247
2.3 JUNI 1980
onderkennen dat wij in het jaar 1981 en in de
daaropvolgende jaren in een moeilijke situatie
zullen zitten. Men kan elk willekeurig tijdschrift
op financieel en sociaal-economisch terrein op
slaan en men behoeft zijn oor maar te luisteren
te leggen naar wat op landelijk en internationaal
politiek niveau wordt gezegd over de sociaal-eco
nomische toestand om te begrijpen dat het uiter
mate moeilijk is prognoses te maken voor de jaren
1981 tot en met 1983, terwijl wij daar in feite
toch niet geheel omheen kunnen. Wij hebben daarom
wel geprobeerd prognoses te verwerken, waarbij
ieder jaar een schijf afvalt en een nieuwe aan de
reeks van jaren wordt toegevoegd, terwijl telken-
jare voor het eerstvolgende jaar de zaken opnieuw
op een rij zullen moeten worden gezet.
Ik vind het een beetje teleurstellend opnieuw
in de richting van de heer De Brouwer te moeten
zeggen ik heb al in commissieverband en ook in
de raad geprobeerd dat zo duidelijk mogelijk te
maken dat er geen sprake van is dat wij stellen
dat het niveau moet worden gehandhaafd. Wij hebben
juist zeer duidelijk verklaard dat dit niveau niet
kan worden gehandhaafd. Wij stellen u ingrijpende
operaties voor omdat wij moeten bezuinigen. Ik
meen dat in de krant staat dat door mij is gespro
ken over het aandraaien van de broekriem en mis
schien heb ik dat ook wel gezegd; u weet in ieder
geval wat er met die broekriem moet gebeuren. Wij
zullen inderdaad ons zelf beperkingen moeten op
leggen, maar ik geloof zeker niet dat wij daardoor
ongelukkiger zullen worden. Dit is ons uitgangs
punt en als de heer De Brouwer meent dat ik het
anders heb gezegd of anders bedoel, moet ik veron
derstellen dat hij mij min of meer bewust iets in
de mond wil leggen dat ik helemaal niet heb be
doeld. Ik wil juist naar bezuiniging en versobe
ring toe en ik wil ook de raad van de heer Crul
opvolgen, die inhoudt dat wij de zaak goed in de
tengels moeten houden. Inderdaad zullen wij met
uw medewerking de klok een eind moeten terugdraaien.