1249 23 JUNI 1980 zeer urgent is, zullen wij wellicht moeten overwe gen of het verantwoord is de burgerbevolking meer lasten op te leggen, maar op dit moment spreek ik mij daarover nog niet uit. De heer HENDRIKSEN: U stelt in elk geval dui delijk dat heroverweging noodzakelijk is. Ik kan dan vaststellen dat dit afwijkt van hetgeen van de zijde van uw eigen fractie naar voren is gebracht. Wethouder VAN BANNING: Ik denk dat de heer Hendriksen het dan niet geheel goed heeft verstaan Voorshands gaan wij uit van de cijfers en de prij zen zoals die voor 1980 zijn vastgelegd en die uiteraard ook voor 1981 hun effecten zullen heb ben. Het is ook duidelijk -- mijn fractiegenoot is daar ook niet omheen gegaan -- dat wij moeten be zuinigen. Er is een voorlopig tekort bepaald dat wij zullen moeten inhalen. Met betrekking tot de motie van de Partij van de Arbeid meen ik mijn overwegingen voldoende dui delijk naar voren te hebben gebracht. Naast de overwegingen die ik al heb aangedragen wil ik nog naar voren brengen dat ik op formele gronden -- ik ben gaarne bereid die desgewenst toe te lichten hetzij in de commissie hetzij nu -- deze motie als wethouder onmogelijk kan accepteren. Tenslotte wil ik nog iets zeggen over de mist Ik hoop dat die mist is opgetrokken, maar zo dat niet het geval is kan men ervan uitgaan dat na mist meestal weer zonneschijn komt. De VOORZITTER: Ik dank u voor het weerbericht mijnheer Van Banning. De heer CRUL: U wilt nu waarschijnlijk tot besluitvorming komen De VOORZITTER: Heel graag. De heer CRUL: Wij verzoeken u die uit te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1249